Bekijk het volgende filmfragment over het Lösslandschap via onderstaande link.

http://www.npo.nl/landschap-en-grondsoort/19-05-2011/NPS_1180931

Het filmfragment duurt tot 11 minuten.

Bron 1:

Vragen bij filmfragment:

1. Wie hebben er een grote rol gespeeld bij het ontstaan van de heuvels in Limburg?

2. Waar is Löss erg geschikt voor?

3. Leg het verschil tussen droge en natte löss uit.

4. Wat zijn holle wegen?

5. Waar gebruikte de mensen mergel voor?

 

Bron 2:

Waaruit bestaat een lössbodem?

Löss is een fijne leem. De lössdeeltjes zijn iets groter dan kleideeltjes, maar veel kleiner dan zandkorrels. Löss bevat een hoog aandeel kwarts maar ook kleimineralen. Tijdens de ijstijden schuurden gletsjers met een enorme kracht over stenige bodems. Onderin de gletsjer zaten stenen vastgevroren. Als een gigantische schuurmachine wreef de gletsjer stenen fijn tot poeder. Tijdens extreem koude fasen van de ijstijden zijn de poedervormige bodemdeeltjes van de toen droogliggende Noordzeebodem en van droge rivierbeddingen in het binnenland door de wind opgenomen en over ons land verplaatst. De wind nam ook veel restproducten van de afbraak van planten (humus) mee. Een plantendek dat de bodem vasthield ontbrak. De bodem was weliswaar bevroren (permafrost), maar de toplaag was kurkdroog. Fijn stof en organische bestanddelen lagen los op het oppervlak en konden gemakkelijk door de wind worden opgenomen. De overheersende windrichting was Noordwest - Zuidoost. Pas in de luwte van de Zuid-Limburgse heuvels nam de windkracht voldoende af om de stof- en humusdeeltjes te laten neerdalen naar de grond. Ze hadden een luchtreis van vaak honderden kilometers achter de rug. Omdat de stofstormen lange tijd aanhielden, hebben zich dikke pakketten opgebouwd. Ze kunnen een dikte bereiken van enkele meters tot plaatselijk meerdere tientallen meters.

 

6. Waar bestaat de grondsoort Löss uit?

figuur 1.4

Maak jouw eigen website met JouwWeb